Kleuren is superleuk om te doen. Maar hoe wordt een kleurpotlood nu eigenlijk gemaakt? Daar komt eigenlijk best wel wat bij kijken. Hieronder lees je de stappen die nodig zijn om een kleurpotlood te maken.
De gekleurde stift die je in elk kleurpotlood ziet wordt gemaakt uit drie onderdelen:
Deze onderdelen worden gemixt totdat er een klei-achtige stof ontstaat. Die wordt verhit en gedroogd. En daarna tot dunne stiften geperst.
Het potlood begint als een plat plankje (van cederhout) waarin een aantal groeven worden gemaakt. Elke groef is precies breed genoeg voor de kleurstift. In de groeven van het plankje wordt eerst lijm gespoten. Een machine zet er vervolgens de kleurstiften in, waarna er een tweede plankje op wordt gelijmd. Totdat de lijm droog is worden de plankjes onder hoge druk tegen elkaar geperst in een droogmachine.
Met een beitelmachine wordt daarna de vorm van het potlood uit het plankje geschaafd. Eerst de bovenkant en daarna de onderkant. En hop, het plankje is veranderd in een aantal potloden.
Elk kleurpotlood krijgt zelf ook een kleurtje. Daarvoor gaat het potlood zo’n 5 tot 7 keer door een verfmachine waarin het potlood wordt gelakt in de juiste kleur.
Na het kleuren worden de kleurpotloden door een machine precies op de juiste lengte gesneden. Tot slot slijpt een andere machine er een mooie punt aan.
Wil je uitgebreidere info lezen over het maken van kleurpotloden? Bekijk dan dit filmpje van Willem Wever. Of lees wat Bruynzeel schrijft over het maken van kleurpotloden.