In het paleis zat de koningin te borduren. Het was winter en het sneeuwde. ‘Had ik maar een kindje,’ verzuchtte ze, ‘een meisje met zwart haar en een huid zo blank als de sneeuw.’ Niet lang daarna ging haar wens in vervulling. Ze kreeg een dochtertje. De gelukkige koningin noemde haar Sneeuwitje.