Natuurlijk is dit grote onzin. Maar waar komt dit fabeltje dan vandaan? Nou, vroeger waren mensen flink bijgelovig.
Katten werden gezien als uiterst geheimzinnige dieren en werden vaak in verband gebracht met heksen. Men zag hoe katten van hoog konden vallen, zonder zich te bezeren. Dat moest wel tovenarij zijn. En een wezen met toverkracht, had vast ook meer dan één leven, was de conclusie. En aangezien negen vroeger een geluksgetal was, kan het ontstaan van dit fabeltje verklaard worden.
Een kat heeft evenwichtsorganen in zijn oren waardoor hij weet wat boven en beneden is. Als een kat valt, reageert zijn lichaam meteen. De kat draait zijn kop automatisch omhoog en komt vaak veilig op zijn poten terecht. Maar, ondanks zijn behendigheid kan ook een kat een afstand verkeerd inschatten en vallen. Een kat van drie hoog uit het raam gooien “om te kijken of hij écht op z’n pootjes terechtomt” is dan ook het stomste wat je in je hoofd kunt halen!
Er zijn zeker katten die een hekel aan water hebben. Maar er zijn ook katten bekend die meedouchen of met plezier in een wastobbe gaan zitten. Zelfs zwemmende katten zijn bekend. Je kunt dus niet zeggen dat ALLE katten niet van water houden.
Da’s dus niet waar. Zelfs katten hebben licht nodig om iets te kunnen zien. Zo werken ogen (ook dit van katten) nu eenmaal. Maar met hun snorharen kunnen katten hele kleine luchtverplaatsingen en -trillingen waarnemen. En hoewel ze in het pikdonker dus niks kunnen zien, kunnen ze met behulp van hun snorharen wel hun weg vinden.
Niet dus. De enige die een kitten aan z’n nekvel mag optillen is de moederpoes. Als een persoon een kat aan zijn nekvel optilt, is dat pijnlijk.